Hier volgt een artikel van mij die verscheen in de nieuwsbrief van Godijn Publishing in november 2020.
Schrijven doe ik al mijn hele leven. Lange tijd mochten alleen mijn naasten hoogstens een enkele creatie lezen. Dat het stiekem mijn droom was om een boek uit te geven, gaf ik niet eens aan mezelf toe. ‘Schrijven is een hobby,’ zei ik dan. ‘Ik hoef geen boek uit te geven, daar zijn er al zoveel van.’
Maar hier ben ik dan: het eerste boek van mijn Charret-Lûd-serie wordt eind november gelanceerd als onderdeel van BOEK10 – ontzettend gaaf, maar ook doodeng, want wat gaan de lezers ervan vinden? Het was veilig om mijn schrijfsels voor mezelf te houden, om boeken over de kunst van het schrijven te lezen en in het geniep mijn verhaal aan te blijven passen, tot ik er klaar voor was om het de wijde wereld in te sturen. Pas op het moment dat er meer rust kwam in mijn leven besloot ik die stap te zetten. Ruim twaalf jaar nadat ik begon met het schrijven van deze serie, werd het tijd om Charret-Lûd langzamerhand los te gaan laten. Hoewel ik het liever “vrijlaten” noem, voelt het vooral als loslaten.
Niet alleen het verhaal moet ik loslaten met de uitgave van mijn boek, ook de regie. Mijn wereldkaart wordt door een ander ontworpen en de cover wordt vormgegeven (beide zijn prachtig geworden!), mijn boek wordt geredigeerd en opgemaakt, en er wordt ineens in een review van de verhalenbundel Zonderlingen over mijn vier aankomende boeken gesproken. Charret-Lûd gaat haar eigen leven leiden.
Gelukkig gaat elke stap in het maakproces van mijn boek in overleg en heb ik veel inbreng. Het blijft eng om mijn geesteskind los te laten, maar ik doe dat in de wetenschap dat het me alleen maar iets heel erg moois gaat brengen - wat al die kritische lezers er ook van vinden ;).
Maak jouw eigen website met JouwWeb